Vandaag is onze laatste dag op Kaddidiri. De zon is terug van de partij en het belooft een mooie dag te worden. Lekkere pannekoekjes en wat fruit, we gaan zelf nog eens terug om een tweede bordje. Er
zal waarschijnlijk nog een hele tijd tussenzitten voor we deze tropische visbokaal terugzien en gaan nog wat snorkelen. Terug die reuze-papegaaivissen, de grappige kuisertjes die altijd bereid zijn
je mond af te kussen, de dreigende barracuda's aan het oppervlak, pipe-seahorse, een zwart/witte zeeslang,... De zon toont zich van zijn beste kant en laat de koralen schitteren, prachtig!! We
praten wat na op het strand met de Nederlandse schone, alleen op reis, afgestudeerd als dokter en aan het genieten van haar leven. Ze doet ons aan die andere flying-dokter denken, miss Ruth. Onze
laatste yoga-les wordt voorafgegaan door het gebruikelijke coconut-apperitiefje, en we spelen Carcasonne met Sarah en Martin, de duikinstructeurs ad interim. Dit koppel is verslaafd aan reizen, zijn
al overal in de wereld geweest en vertrekken telkens voor langere periodes op reis. Ze helpen onze komende winters al wat plannen. We hoopten voor onze laatste avond op pizza, zeker al vier
maand geleden, maar een trouwfeest gooit roet in het eten. We moeten genoegen nemen met vis, hoogstwaarschijnlijk de laatste keer voor een hele periode. We dromen nu al van een bezoek aan de
bioplanet, toast met geitekaas en honing, een lekker tagine, linzenpuree, frietjes met zelfgemaakte appelmoes en kippefilet bij Mama Monique, appeltaart bij oma en opa Robert, een lekkere pasta pesto
bij Nico en Jelle, soep en vers gebakken broodjes bij moeke Dule, volle ?rijst? met bloemkool in kaassaus en seitan, raclette bij Pila en Gaelle, gestoofde witloof met puree ala Julie,
akselbakselpataties of lasagna bij Winne, zelfgemaakte pizza's met Marck en Annick, BBQ bij Sophie en Francis, beignets bij Tom en Inge, Indisch bij Margo, quiche bij Didi en Lien,... Hmmmmm
Net als in Malenge is er een heuse volksverhuis aan de gang op Kaddidiri. Nog geen twee jaar geleden waren er maximaal 4 tot 10 mensen tijdens low-season, nu hebben ze hutten en dive-masters tekort
om de grote toestroom meester te kunnen. Door de oorlog in Poso enkele jaren geleden was het toerisme volledig stil gevallen in de Togean Islands. Dit begint zich nu meer en meer te herstellen en
overal hoor je over nieuwe resorts die opengaan. Een terugkerend verhaal is dit van nieuwe resorts die de eerste twee jaar op en top zijn naar accomodatie en eten toe, en de jaren erop de touwen wat
lossen, de bungalows niet onderhouden en zich minder interesseren in de kwaliteit van het eten. Het voelt snel aan als vergane glorie. De eigenaars leven graag van dag tot dag en van ondernemen
hebben ze geen kaas gegeten. De grote winnaars blijven de Westerlingen die getrouwd zijn met een lokale schone, of alweer die Chinezen met hun neus voor business. Een nieuwe vloot mensen is
toegekomen op het eiland en brengt heel wat interessant volk mee. Zo is er de lieve Franse Anne, een ouder vrouwtje dat Yoga-lerares is. In ruil voor een kokosnoot, al enkele weken dagelijkse kost,
geeft ze ons 's avonds ons eerste yoga-les. Op een pantonnetje, bij zonsondergang, en het geluid van neerslaande golven onder ons, perfecte settings. We leren voornamelijk op onze ademhaling werken
en op het einde van een sessie volgt een zalige détente. Position cadavre et concentrer sur les orteilles, lacher bien les orteilles, puis les talons,... Yoga-les in het Frans, met een zachte
getrainde stem, perfect om in slaap te vallen. De komende drie avonden hebben we voor het avondmaal afspraak voor een uurtje relaxation, het valt op dat de groep van drie personen uitgroeit tot zes.
Er moet nog wat geoefend worden in het beklimmen van een cocosnootboom, en ook in het openkappen met de machette. Maar wel heerlijk lekker!! Om te kunnen bewijzen dat we op reis geweest zijn,
kan je ons een paar uur per dag zien zonnekloppen op het mooie strand, alles bij de hand om het gezellig te maken, verse cocosnoot, rijpe mango,... Ooit al gehoord van Cosy Josie? We spelen heel
regelmatig Kolonisten, ons niveau gaat gelijk op en kunnen beiden slecht tegen ons verlies. De overwinningsdansjes kunnen er voor iets tussenzitten. Voor de rest worden er onderling veel boeken
gewisseld, perfect om mee in slaap te vallen.
Hoewel de zon de laatste dagen achter een dichte sluier wolken blijft, kan het eiland ons wel bekoren. 's Morgens snorkelen in het warme water, enkele pannekoeken en fruit als ontbijt, na het
middageten een schoonheidsslaapje op ons kingsize bed, en toch voelen we ons nog vermoeid, waarschijnlijk door ons luilekker leventje. Na tien dagen vis op het menu, zijn we hier meer dan verwend. We
krijgen tofu, tempé, pompoen, frietjes, verschillende groentjes, eitjes, sla, en natuurlijk terug vis,... opgediend aan een lange tafel. Telkens net genoeg, het leven is blijkbaar voor de rappe, hoe
sneller je eet, des te meer kans op een tweede bordje. Het is overduidelijk wie hier al een tijdje vertoeft. Diegene die willen snorkelen, kunnen zowel in de voormiddag als in de namiddag mee met de
duikersboot. We gaan mee naar Taipi-wall, en kijken met enig verlangen de duikers na die verdwijnen in de dieperik. Been there, done that, maar er is nog zoveel te verkennen... Ons budget laat het
jammergenoeg niet meer toe. Achteraf vernemen we maar al te graag van de ervaren Franse duikster dat ze niet echt onder de indruk was. Ze deed zelf de moeite niet om haar onderwatercamera aan te
zetten. De vrouw vertelt ons nog langs haar neus weg dat ze nog met Jacques Cousteau heeft gedoken en dat ze twintig jaar geleden gestopt is haar duiken te noteren. Ze ging tot op 125 meter diepte,
en vertelt ons over het wispelturig, onbetrouwbare gedrag op deze diepte. Onze diepste duik was zo'n goeie 37 meter en voelden ons toen al net iets te veilig. Haar dive-instructor was omgekomen
tijdens één van deze very deep-dives, gepakt door een onverwachte stroming de dieperik in. Goed om weten, we blijven bij snorkelen. Tijdens het snorkelen zien we meerdere pipe-seahorse, reuze
parrotfish en een heel wat andere vissen. Hun favoriete bezigheid blijft het afeten van koraal. De eerst nacht waren we binnen de 10 seconden knock-out, het was pas bij de tweede nacht dat we
onze nieuwe nachtvrienden leerden kennen. Onze bungalow Hawai is gemaakt uit teak-hout, met enkele grote ramen, ons plafond uit strak gevlochten bamboo, het dak uit opeengepakte bladeren. De
woonplaats van onze vrienden is bovenop het plafond, en ze hebben graag dat je etensresten meebrengt naar de bungalow. Jaja, dezelfde vrienden uit België, de bruine ratten. Ze spelen precies
spelletjes en crossen wild van de ene kant naar de andere. Het plafond staat op instorten. Na een middagdutje lazen we wat, met cookies op bed tegen de eerste honger. Niets aan de hand, tot we 's
avonds enkele rattestrontjes op bed vonden. De sneakemerds zaten al ons heilig bed!! De boodschap was duidelijk, zo vlug mogelijk het eten verwijderen! De bananen waren ook al afgegeten en begonnen
heerlijk rot te ruiken, de cookies verborgen we goed in een gesloten zak. Het was duidelijk dat zij er al langer woonden dan ons en ze niet van plan waren te verhuizen. De oordoppen die we van Nico
en Jelle kregen, komen opnieuw van pas. Een paar dagen later troffen we bij het binnenkomen in de bungalow een reuze, maar dan echt reuzespin te midden onze vloer. Hij/zij was niet van plan
ervandoor te gaan, Josefien komt terug met een groot glas, maar dit blijkt niet over de dikkerd te passen. We proberen met een potje, maar hij crost ervandoor en spuit een witte vloeistof. OK, daar
wil je geen beet van en we roepen een voorbijgaand Indonesisch oud koppel. Ze komen op hun kousevoetjes binnen, verwachten één of andere grote slang of schorpioen, en beginnen luid te lachen , mombo,
mombo!! Voor hen dagelijkse koek, wij gingen de komende nachten iets minder op ons gemak plassen, zeker op blote voeten. Josefien schreeuwde in de vroege ochtend de bungalow bij elkaar nadat een
kakkerlak een beetje in haar froufrou kwam frutselen. We zitten hier duidelijk op het randje jungle, waar de natuur binnen het jaar de bungalow overgroeit alsof er niets geweest was. Vleermuizen
stelen 's nachts bananen, de ratten komen zoeken achter de cookies, de spinnen, mieren, kakkerlakken en muggen komen ook graag eens op bezoek. Hebben we nog iemand vergeten?
We gaan nog een bezoekje brengen aan onze twee Roemeense vrienden, Christian en Bogdan, het duo met een wel heel hoog Blackcat-Whitecat gehalte. We leerden ze kennen op ons vorig eiland Malenge en ze
zakten mee af richting Kadddiiri. Ze zijn altijd te vinden voor een babbeltje, met hun grappig Oostblok accent. Twee vrijgevochten ingenieurs uit een land met heel weinig reizigers als deze twee. Ze
slapen op de goedkoopste plaatsen, kennen nog van alle busritten de prijs uit hun hoofd, en houden bovenal van eten. De liefde gaat door de maag, en ze hebben een grote maag. Christian, de dikste,
voelt zich het best in zijn vel en doorkruist Indonesië met zijn kapotte Chinese vispers, gaat iedere avond mee aan boort met lokale vissers en vangt nooit een noemenswaardige vis. Bogdan is de
serieuzere versie, met helblauwe Roemeense ogen, loopt als een pinguin en kan uren aan een stuk doorpraten, liefst met zijn dikke pens bloot, en een hippie-dekentje rond zijn middel. Toon hem een
foto in deze outfit terug in Roemenië en hij zakt door de grond. Maar ze zijn nu op vakantie en laten zich niet van hun stuk brengen. We zouden in de komende dagen hun snorkelgerief nog
meerdere keren gebruiken. Na het bezoekje aan het Lestari resort zijn we blij met onze keuze, blij dat we niet moeten wachten om naar het gemeenschappelijk toilet te gaan, dat we minder gedrongen
zitten op het strand, dat we genoeg en vooral lekker eten hebben. De sfeer in Lestari is naar het schijnt net iets beter, mensen blijven tot in de late uurtjes nababbelen, geven onverwachte feestjes,
spelen muziek met de locals... Bij ons gaat het er iets serieuzer aan toe, hoewel we een paar koppels terugzien die meereisden op de nachtboot uit Gorontalo, allemaal gelijkgezinden met wie we het
goed kunnen vinden. We besluiten een week te blijven, houden ervan een tijdje langer op dezelfde plaats te blijven, een nieuwe manier van reizen is aangebroken.
To go or not to go, dit spookte ons al dagen door ons hoofd. De meningen waren verdeeld, de ene is zot van de Kaddiri en verbleef er drie weken, de andere vluchtte na één nacht terug weg. Van horen
zeggen zijn er drie resort, the Black Marlin, peperduur, Paradise, prijs-kwaliteit en Lestari, voor de cheapies, weinig verzorgd, één toilet en douche voor 30 man. Op het eind van ons reis en van ons
budget zouden we voor deze laatste moeten kiezen, maar door aanhoudende honger en de vermoeiende reis, nemen we toch een bungalow in Paradise. Superverzorgd, een heel ruim restaurant met plaats
voor zo'n vijftig man, een heus resort dat tot ver achterin doorloopt. Er lopen verschillende paadjes naar de vele bungalows, de één wat luxuezer dan de andere. We pikken er de meest recente uit,
toegegeven, verleid door de superdikke matras. De voorbije tien dagen waren een beproeving voor onze rug, maar achteraf genieten we er dan dubbel en dik van! We zijn omgeven door het tropisch groen,
hebben vier blacktip-sharks in rehabilitatie als buren en zien de duikersbootjes liggen. De tuin is supergroot en zit vol verborgen hoekjes. We nemen ons voor deze keer niet te gaan duiken, we komen
immers van top-of-the-bill Bunaken. Het visbestand heeft hier in de Togean-islands een enorme deuk gekregen door de aanhoudende explosief-vissers. Deze zien niet in dat hun onsportieve manier van
vissen het eeuwenoude koraal om zeep helpt, en in de toekomst toeristen zal weghouden. Van horen zeggen zwommen hier nog niet zo lang geleden turtles, giant manta's, hammerheads,... Bij het
dynamiteren zinkt het grootste deel van de vissen naar de bodem, en kan je gerust spreken van een magere vangst. Er wordt aangewerkt, maar het fenomeen is nog lang niet in de kiem gesmoord.
Vanmorgen om 4h opgestaan en met een sloepje naar Malenge village gebracht, waar de public ferry op ons wacht. Iedereen ziet er nog wat verfrommeld uit, terwijl we thee of koffie drinken, gastheer
Rudy laat de laatste tijd hier en daar een steekje vallen, zoals door vanmorgen enkel bananen te voorzien. Maar het voelt goed aan om verder te reizen, we hebben de tijd genomen om volledig uit te
rusten en vooral te genieten. Na een half uurtje varen, komen we toe aan drie ferry's richting Ampana, waarom ze met drie zijn, Joost mag het weten, misschien als er één zinkt, is er een andere
in de buurt, Indonesian style... We nemen afscheid van de Lestari crew en klauteren gepakt de boten door. De mensen onderaan in het ruim betalen het minst, ze liggen er op verhoogde houten rekken op
flinterdunne matjes. Het ruikt hier naar olie en benzine en in de verte zien we mensen aanschuiven voor het smerige toilet. Het is drukkend warm door de motor. Van overal worden we nieuwsgierig met
slaperige ogen aangekeken, en toch zijn er de vriendelijke gezichten en mensen die goeiemorgen wensen, hello mister! Het gangpad is een waar hindernisparcour en staat vol dozen en zakken. We nemen
plaats op het dek, in de verte licht de hemel op telkens het bliksemt. Na een klein uurtje vertrekt de eerste boot. We zijn met 7 Westerlingen in totaal en dat wekt heel wat aandacht. Eén voor
eén worden we onder de loep genomen. Bij ons vertrek gebeurt het onwaarschijnlijke. Onze ferry komt langzaam los van de laatste boot. In de verte zien we op de pier nog een toerist aansnellen en
brullen alsof z'n leven er van afhangt. Oh no, het is niet mogelijk, daar is hij weer, de dol fijne Engelsman! Hij zou en moest die ferry hebben, iedereen moet op hem wachten. Vanop de hoge pier laat
hij zich zakken in een smalle kano met aan weerskanten evenwichtbamboo's. Er volgt nog een andere Indonesische toerist, de grote backpacks en de kapitein. Ze naderen onze ferry en we kijken wat
geiriteerd vanop het dek toe, terwijl de Engelsman van zijn neus maakt tegen iemand op het dek: why didn't you wait for me? De Indonesische toerist wil aan boord van de ferry klauteren, duwt
zich af op de rand van het gammele bootje, mist zijn sprong en valt terug. Het bootje wipt om en iedereen het sop in! Voor we het goed beseffen ligt onze vriend met z'n hele hebben en houden in het
water te spartelen. We bekijken het schouwspel met ongeloof toe terwijl onze ferry langzaam aanzet. Het hele dorp en de twee ferries kijken toe! Wat een schouwspel, het is pompen of verzuipen, de
Engelsman probeert zijn zaakjes boven water te houden maar ze gaan af en toe onder, ramp o ramp! We hebben langs één kant medelijden, maar je ziet ook veel mensen stiekem lachen. Die luidruchtige
Engelsman heeft ook nooit geen geluk, bad karma? Onze boot zet aan met zicht op de doorweekte drenkeling die via een mangat in de andere ferry wordt geheist. We herinneren nog zijn veel te grote
onderbroeken aan onze waslijn in Lestari, waar zal hij deze nu moeten laten drogen. Tot overmaat van ramp halen de twee ferries elkaar constant in zodat we zicht hebben op de Engelsman in bloot
bovenlijf, terwijl hij druk bezig is op het dek om zijn kleren te drogen. Goeiemorgen morgen!!!
Na acht dagen op Malenge houden we het voor bekeken. We zouden hier gerust nog een weekje kunnen blijven. Enkel het tekort aan cash geld gooit roet in het eten. En misschien hebben we ook wel genoeg
van ons vis-rijst dieet. Voor de rest niets op aan te merken, je zou je afvragen waarom we hier in godsnaam weggaan. Na een week krijg je een wildcard om de kano naar believen te gebruiken, krijgt
Josefien mango's en pomelo's toegestoken zonder dat de dagjestoeristen het zien, kunne we het snorkelgerief gerief,... Het is een komen en gaan geweest hier in het Lestari-guesthouse. Het grote
publiek komt hier niet vanwege de bereikbaarheid, de mensen die naar hier komen zijn niet echt op zoek naar het bruisende sociale contact, meer om wat uit te rusten, de hangmat in na de lunch, wat
napraten na het dinner. We zijn hier buiten het bereik van alle stralingen, er is geen vervuiling, uitlaatgassen, het voelt bijna aan als een welness-fitness-centrum waar je zelf bepaalt hoever je
wil gaan. Wij staan de laatste dagen op en zwemmen in de lagoon tot de boei en terug, drinken een coconut of klappa, hebben ontbijt en lezen wat na in hangmat. Om de twee dagen gaan lopen in het dorp
met een verbluffenden seaview, met de kano ernaartoe. In de namiddag een mini jungle-trekking op zoek naar de hornbill of gaan snorkelen op nieuwe plaatsjes enkel bereikbaar met de kano. Van
hornbills gesproken, het stikt ervan hier in Malenge. Met de jungle als achtertuin heb je dan ook veel kans één te spotten. Gepakt met een fototoestel en verrekijker, wat water en heel wat
anti-mosquito ben je goed op weg. Het vergt wat geduld, je hoort ze wel, maar je ziet ze niet. Door de dichte bebossing, zie je moeilijk tot aan de boomtoppen, de favoriete plaats van de hornbill. De
hoge vochtigheidsgraad maakt dat je na de minste inspanning in het zweet staat, de ideale trekpleister voor heel leger muggen, sneaky bastards!! Vanop een open plaats waar we op onze vorige trekking
passeerden is het perfect om één te spotten. Blijven bewegen is de boodschap, wat behendigheidsoefeningen op een boomstam, jongleren met de wandelstok, wat doe je allemaal terwijl je wacht op die
lawaaimakers. Plots kwam er eentje aangevlogen, maar landt drie bomen verderop. Deze moet tedoen zijn, maar bij het naderen vloog hij bij het kraken van een takje met veel lawaai weg. Op de terugweg
naar de rugzak, verspringen er plots twee van boom, deze geniepigaards zaten me al een uur te bespieden! Ze waren niet van plan weg te vliegen, en lieten zich door de verrekijker van hun beste
kant zien. Een vogel van een 1meter groot, witte staart, zwart lijf, blauwe nek en gele snavel, erbovenop een rode knobbel, wat een creatie! Eens je ze tien minuten hebt kunnen begluren, terwijl ze
zich wassen, kwetteren tegen elkaar, wat rondtoeren, dan pas heb je een hornbill gezien, mission completed. Ons gezelschap in Lestari veranderde de laatste dagen van koppeltjes op zoek naar wat
romantiek, in oudere mannen, wellicht ook op zoek naar romantiek. Ervaren rotten, die al meerdere jaren de Togean Islands als bestemming hebben. We komen van hen veel te weten over de eilanden en
besluiten toch eens te gaan kijken op Kaddidri. De laatste dagen is het vechten voor eten, zeker door dikke John of Gerard, en dan zijn er ook de twee gezette Roemenen van hetzelfde kaliber. Deze
dikkerds eten graag hun buikje rond, tijdens ons verblijf waren de rijstkommen nooit leeg, tot zij op bezoek kwamen. De Roemenen eten graag, geven ze grif toe, en kopen af en toe wat octopus en
calamares bij de Badjo-people. Het Kedjab-sausje moet eraan geloven, eerlijk gezegd verloren we onze eetlust als we hun overvol bord zagen, vissekop met sausje erover en roeren maar, de graten vissen
ze er tijdens het eten wel uit. Onze laatste namiddag in Malenge eindigt met een lange kano-tocht rond het eiland. We zien vanop ons bootje een hornbill overvliegen, wat verder een reuze
zee-arend, en een koppel papegaaien. Het bootje is niet gemaakt voor volle zee, dus we blijven netjes langs de kustlijn. De zon brandt goed door en met onze Lungi op ons hoofd proberen we dit beeld
te bewaren voor tijdens een koude winterdag in België, de terugreis komt dichterbij...
Stephano, de Italiaan zit hier al enkele weken. Geef hem honderd boeken en wat rookgerief en hij blijft hier een jaar op zijn eentje zitten. Zijn dagen vullen zich met yoga, wat lezen, zwemmen,
zonnekloppen, platte rust, fitness-oefeningen en tegen de avond neemt hij een kano naar de brug om daar te joggen. Vooral dit joggen werkt inspirerend. Het origineel plan om vroeg in de ochtend te
gaan lopen, is al om zeep, voor een keer slapen we langer uit. Toch nog het bootje nemen tegen acht uur, de Ipod en Nike-chip in een waterdicht tupperware doosje, you never know. De blauwe hemel
voorspelt een topdag, de zon begint al hevig te branden. Het is laag tij, dus vanuit het bootje zijn de koralen goed zichtbaar in het appelblauwzeegroen water. Het tochtje met de boot kan niet lang
genoeg duren, met één peddel, in een uitgeholde boomstam, Pocahontas zou dit eens moeten zien. Bootje vastbinden aan de brug, schoenen aan, chip vaststeken en stevige muziek, het wordt de mooiste
jogging ooit! De dorpsbewoners kijken met hun hutje allemaal uit op de zee, hekjes beletten de geiten om binnen te sneaken. De vrouwen doen de was of dragen emmers op en af de zee, de mannen
sleutelen aan de motor van hun boot, schaven hout of hakken brandhout, de manchette ligt binnen handbereik, zoals wij steevast een gsm op zak hebben. Wat loopt die half-bruine wittekop hier te
zweten, op dit uur van de dag?? Toch zeggen ze allemaal vriendelijk goeie morgen en weten ozo graag : nama? Nama? Aan het schooltje is het telkens een tandje bijsteken om de enthousiaste kindjes te
ontwijken, een paar meisjes zijn vereerd als ik hun naam roep, ik ken ze nog uit een vorig bezoek. De andere kinderen beginnen snel hun eigen naam te roepen... Gaan lopen zonder fles water bij zo'n
35 graden in een vochtig klimaat is niet zo'n goed idee. Gelukkig zijn daar de binken van het dorp die maar al te graag eens hun kunstjes laten zien. Op blote voeten de palmboom in, het moet allemaal
niet te lang duren. Met de manchette vergt het wat behendigheid om eerst de klappa (coconut) recht te laten staan en dan zijn kop eraf te slaan. Het Malenge-dorpsleven bestaat uit niets dan tijd, en
ze tonen een knap staaltje terwijl ik op mijn gemak de coconut uitdrink en geniet van de beach-view. Van teruglopen komt er niets meer in huis, want ze staan erop dat ik nog een coconut meeneem naar
huis. De jogging eindigt een goed uur later zoals het was gestart, in een kano, op 't gemak terug naar de overkant.