Rantepao's ceremonies
08 mrt. 2011
🇮🇩
vanuit Indonesië
Om 8h zitten we, zoals afgesproken, flink te wachten op onze gids, Luther, aan de ontbijttafel. Hij is nergens te bespeuren, en blijkt na een half uurtje wachten op z'n gemakkie in z'n tweede thuis
te kletsen, het Mart's café. Yep, Indonesian time...Uiteindelijk vetrekken met 2 brommers richting de eerste stop van de dag, een house ceremony. Een house ceremony viert plaats als een nieuw huis
wordt ingewijd. Verscheidene families laten samen een huis bouwen, dat dienst doet voor huwelijken, sterfgevallen,... Op die manier is iedereen van de Toraja-familie veilig voor moesten ze overlijden
en kunnen ze vertrekken met de gepaste ceremonie. We arriveren net als er een krijsend dik zwart zwijn aan bamboostokken wordt weggedragen. We lopen de stijle oprit op en Luther zegt langs zijn neus
weg dat ze al begonnen zijn met slachten. We staan beiden verbouwereerd te kijken. Het is allemaal heel plastisch en het bizarre schouwspel overdonderd ons. De plek waar de ceremonie doorgaat is
opgesteld tussen de typische Toraja huizen. Er zijn rondom zitplaatsen gemaakt waar verschillende families met hun genodigden zitten te keuvelen. In het midden wordt een buffel geslacht en rechts
daarvan liggen een aantal zwijnen op het vuur te branden. Aan de overkant zijn de zwijnen opgesteld, meegebracht door de verschillende families, zo een 34 als we juist telden. Ze zitten in een
versierde bamboo constructie op hoge poten. De zwijnen zijn onmenselijk vet gemest en kunnen vaak amper nog bewegen, slekkevet! Hun teennagels zijn volledig misgroeid. Als er een kameraad naar
het midden gesleurd wordt beginnen er vele anderen mee te kelen, het einde is nabij. Tussen al het geslacht en bloed door lopen kinderen opgefokt te spelen met een streep bloed op hun derde oog. Ze
kijken bijna niet meer op van dit tafereel, wat een cultuurverschil. Heel veel mensen in het Westen slachten zelf nooit hun dieren, eigenlijk hoort het erbij of zouden we het tenminste eens moeten
gedaan hebben of bijgewoond. We blijven nog even rondlummelen en uiteindelijk gaan we op weg naar het volgend schouwspel, een begrafenisceremonie. Deze is van middelmatige grootte. De overledene is
nog niet lang geleden gestorven. Soms blijft het lijk van de overledene tot 20 jaar in het woonhuis van de familie, zodat ze genoeg geld bij elkaar kunnen sparen. Het lichaam wordt gebalsemt en
ingespoten tegen verdere ontbinding. Er moeten genoeg buffels en zwijnen geslacht worden om van een geslaagde ceremonie te spreken. Het aantal stijgt naargelang de status van de overledene. Voor een
buffel betaal je gemakkelijk tot 3000€ de bjiste. Aan het bloed, het slachten en de geur van de ingewanden zijn we ondertussen al 'gewend'. We kijken nu meer naar de bereiding van het vlees, de
stukken buffels die worden verkocht om straten en kerken te bouwen. De zoon van de overlevende heet ons welkom en we overhandigen hem de slof sigaretten. Volledig tegen ons principe maar dit is hier
de traditie, we probeerden nog uit te leggen dat 'smoking kills'... Suiker was een andere optie maar zou niet zo geapprecieerd worden. We krijgen thee en cake aangeboden, terwijl we toekijken hoe
bamboo's gevuld worden met bloederige ingewanden en groenten. Deze worden dan boven het vuur gelegd, een lekkernij waarbij de meeste al beginnen te likkebaarden. We krijgen honger, veggie honger
weliswaar en we vertrekken opnieuw. Deze keer naar een huwelijk, we krijgen alles op één dag te zien. De mensen zijn prachtig kitsch opgetut op dit enorm trouwfeest. Er worden allerlei dansjes
opgevoerd om het wachten op het bruidspaar te verzachten, het is dus weldegelijk terug bloedheet. We krijgen een stijve, maar kleurig exotische optocht te zien. Het eten staat klaar en we krijgen
water in onze mond, maarn we besluiten niet te wachten op etenstijd. We rijden richting Lembo, waar in een oude rotsmuur houten tautau-ventjes worden bewaard. Deze symboliseren rijke
doden. Eerst proberen we onze honger te stillen. De pakjes kippenoodles worden ons aangeboden maar die slaan we wijselijk in de wind. Luther heeft ons bij ons pietje, we vrezen even voor onze
zuurverdiende lunch. Uiteindelijk belanden we in een eethuisje/naaishop/woonhuis/rommelkot van Elisabeth en Petrus. Ze vinden het erg grappig dat wij (Josefien) Liesbeth, en Pieter heten. We krijgen
lekkere sticky rice in coconutsaus en een omelette. We hadden zelf nog een advocado blij, buikjes rond. Het begint opnieuw te stortregenen en we gaan in een rapje kijken naar de uitgehouwen graven.
De terugrit is nat en koud, we haasten ons naar de warme douche. Omdat we toch al in zo een bloederig sfeertje vertoeven, liggen we al snel terug als twee luizegaards naar true-blood te kijken. We
zijn beiden op, het reizen van de voorbije dagen zit in onze kleren en het naderende einde van de reis geeft ons ook veel stof om over te denken. 's Avonds moeten we onszelf motiveren om te gaan
eten, alweer als bejaarden voetjes onder tafel...soonsoon! We lopen nog snel even binnen in het internetkot en bereiden ons voor op de laatste lange busreis van onze reis,9h van Rantepao naar
Makkassar.
Reacties
Reacties
01 mei 2011, 16:54
Hallo Gent,
Sorry voor de late reactie, maar liever te laat dan nooit.
Erg grappig om jullie verhalen over Tentena, Poso en Kadidiri te lezen, erg herkenbaar. Al hebben wij gelukkig de python overgeslagen.
Maar waar wij erg benieuwd naar zijn, hoe is het leven terug in België?
Groeten uit Maleisië
Serena en Auke
{{ reactie.post_date.date | formatDate('DD MMM YYYY HH:mm') }}
Reageer
Laat een reactie achter!
De volgende fout is opgetreden
- {{ error }}
Je reactie is opgeslagen!