Afscheid van bounty Togean Islands
28 feb. 2011
🇮🇩
vanuit Indonesië
De terugtocht richting België wordt langzaam ingezet. We zijn op het punt gekomen waar we jaloers zijn op mensen die nog twee, drie, zes maanden voor de boeg hebben. Binnen tien dagen vliegen we
terug naar het koude België. Gedaan met het appelblauwzeegroene water en witte stranden, mensen volledig relax in vakantiesfeer. Aan de andere kant zijn we al zo gewend aan het reizen, dat de
emmer bijna vol is, we zijn nog onder de indruk van mooie zonsondergangen, zotte steden of culturele verschillen, maar in mindere mate als in het begin van onze reis. Gemengde gevoelens dus, maar het
besef dat we altijd terug kunnen, verzacht de pijn. De boot richting Wakai vertrekt om negen uur, Indonesian time is relatief als je weet dat de vorige boot een uur te laat vertrok omdat de
kapitein nergens was te bespeuren. Hij lag te tukken, terwijl iedereen stond te wachten. Ze vonden hem op het pantonnetje onder een paar kussens... We nemen afscheid van de twee Roemenen,
onze yoga-lerares en het Zwitsers koppel Sarah en Martin. Het is terug zondag, dus markt in Wakai, een drukte van jewelste, alle eilandbewoners komen van her en der om inkopen te doen voor de
komende week. We komen terug de Franse duikster tegen met haar man, volledig opgefokt omdat haar gsm is gestolen. Ai, hoe los je dit op in dit mierennest, bij zo'n veertig graden. Ze verdwijnt in de
massa en we zouden haar vijf uur later nog eens tegenkomen, nog steeds in dezelfde toestand. We varen uit met drie Duitsers en Meta, de Amsterdamse madam. Het wordt terug een hels ritje, vooral naar
het einde toe. Af en toe zie je angstige Indonesische ogen, wakkergeschud door hoge golven. Wedden dat 75% van de mensen niet kunnen zwemmen? Gember helpt ons tegen reisziekte en we houden ons ogen
gefixeerd op een punt in de verte. Op het dek wat uitwaaien met een drietal kindjes die wild gaan op luide kindermuziek. Ideaal moment om de tijd te doden met een blog-verhaaltje, maar dit is zonder
die Duitser met zijn afgeleefde Teva-sandalen gerekend. Begint het daar niet ongelooflijk naar zweetvoeten en andere menselijke geuren te ruiken... Serieus, zelf met neus in de wind blijft het
stinken. Echt sociaal word je niet op zo'n moment en denk je enkel op een smoesje om weg te wezen. We komen aan in Ampana, begeleid door enkele dolfijnen die speels in de golven van de boot springen.
Het is nog steeds bloedheet en we reppen ons naar een Odjek, brommer, om ons naar Marina cottage te laten voeren. Volzet, op naar Oasis hotel. We worden op de hoogte gebracht van de karaoke deze
avond in de achtertuin, hmmm, niets aan te doen zeker? We gaan op zoek naar eten, maar buiten maniokchips vinden we niets, pas om zes uur gaan de kraampjes open. We zitten al als eerste klanten
klaar, nog voor het opengaat en krijgen een lekker bordje sambal-tofu met rijst, munt en groentjes geserveerd. We leren de chef nog een munttheetje maken, en zijn er van overtuigd dat dit volgend
jaar op de kaart staat. Terug aan het hotel maken we kennis met onze karaoke-buren. Vijf man en een paardekop weten de hele avond kattejank door de boxen te krijsen, het waren zeker weer van de
verdomde Chinezen, kan niet anders. In een veel te warme kamer besluiten we naar onze laatste afleveringen van True Blood te kijken. Bij het ontbijt komen uit het niets een hele horde toeristen uit
de kamers naast ons, terwijl we ons de enige waanden in dit verloren gehucht. Ze regelen en doen om richting de Togean Islands te geraken, maar de boot vaart vandaag niet uit vanwege de hoge golven.
Voor ons staat Poso op het menu, we hebben al meer dan twintig dagen geen geld meer kunnen afhalen en Poso is onze laatste kans. We worden netjes opgepikt aan ons hotel en rijden het hele dorp door
om de auto vol te krijgen. Personenwagens bestaan hier nagenoeg niet, auto's worden altijd gedeeld, misschien een idee voor in België. Dan moet je er wel het kotsende moslim-meisje bijnemen,
toegegeven, de baan ligt er hier wel heel hobbelig bij. Na vijf uur komen we in Poso aan, en gewaarschuwd door andere toeristen willen we zo snel mogelijk terug verder. Bij geen enkele van de drie
grootste banken slagen we erin geld af te halen, please contact your bank, gepaard met dat vervelende geluidje...Shit! De acht uur verschil met België maakt het er niet gemakkelijker op en we zullen
in Poso moeten overnachten. Indonesië zou Indonesië niet zijn als er geen gebrekkig Engels sprekende manager in de bres springt. Met een privé-chauffeur worden we rondgereden naar de andere banken,
zonder geluk. Met ons laatste geld bellen we naar Fortis, en worden vriendelijk verzocht binnen een drietal uur terug te bellen. Daar sta je dan, in Indonesië zonder geld. Onze privé-chauffeur Kling
rijdt ons nog naar een paar guesthouses, en we kiezen wijselijk niet voor de schimmelkamer met non-stop gedrup van de kapotte kraan en afgegeten matras, zelf niet mocht het gratis zijn. Kling, onze
hero van de dag, rijdt ons met veel geduld rond tot we onze stek vinden in Losmen Jajalayan, heel huiselijk met de kamers boven het water gebouwd. We krijgen de 'mooie' pink room, mét barbiebed,
doen een babbeltje met de twee dochters, en leggen ons geldprobleem uit, ze zouden iemand bellen. Vanaf dan gaat alles in een stroomversnelling.
Reacties
{{ reactie.post_date.date | formatDate('DD MMM YYYY HH:mm') }}
Reageer
Laat een reactie achter!
De volgende fout is opgetreden
- {{ error }}
Je reactie is opgeslagen!