JO(sefien) & PIE(ter) op reis, jipla!

Ferry naar de Togian islands

Er zijn drie soorten tickets te verkrijgen op de nachtferry, economic, bisnis en matras. Dan kan je tegen grof geld de 'cabin'  huren van de bemanning, die dan ergens anders slaapt. We namen een bisnis ticket, wat dat ook moge betekenen en stappen de boot op, gepakt met wat snacks. Geen Zeebrugge-Hull ferry in iedergeval!  Er is de keuze tussen versleten leren matrassen naast de wc, en een soort oncomfortabele ligstoelen, met of zonder airco. We kiezen voor airco/bisnis en pikten wat matjes in. Op één of andere manier slaagden we erin het toch iets of wat 'gezellig' te maken vooraan de boot. We wimpelden de crew af toen ze ons de naar pisstinkende cabin wilden aansmeren. In bisnis was het beduidend rustiger dan in economy en de airco die op 28 graden was gezet, zorgde voor een semi-lekker koel gevoel. De boot vertrok met 2,5uur vertraging omdat er motorproblemen waren. Beter nu dan in volle zee! Josefien voelde zich nog steeds niet zo lekker en at met lange tanden de roze rijst en noodles. Ons slaapplaatsje pimpen we tot een heerlijk plekkie door het muskietennet op te hangen en opnieuw krijgt Josie een luxebehandeling met een dubbele matras. Na een douchke, met een beetje lavendelolie van Annika's mama op de slapen, een ooglapje van onze vrienden van Egyptair, nieuwe Quies- oordopjes die N&J meebrachten, een reishoofdkussentje was ze weg voor een uur of 10. Jelle legde zich overal een beetje en ook Pieter en Nico sliepen in stukjes. De ferry ging gestaag over het water en de zee was rustig. We arriveerden in Wakai en zagen ook Ben en Susannah van de boot komen. Samen met een Nederlands koppel vormden we een groepje van acht en werden naar 'friendly Rudy' gebracht op Malenge, het eiland bij uitstek voor nature life. In een klein bootje aangedreven door een soepmixer zijn we weer op weg voor 2,5u. Onze reis, die de dag ervoor om 7h was begonnen mocht dan stilletjes aan eindigen. De uitgespreide Togian Islands kwamen aan ons voorbij en we zagen dat het meer dan goed was. Dames en heren, dit zijn dus wat ze noemen Bounty islands. Appelblauwzeegroen water, groene eilandjes die uit de zee omhoog schieten, hier en daar wat scholen 'tuna', dolfijnen, parelwitte stranden en de verplichte palmbomen natuurlijk. De reis heeft wat uithouding gevergd, maar we beloofden onszelf een paar dagen platte rust, zou niet moeilijk mogen zijn. We meren aan op een verzorgd strand, met een achtal hutten pal op de zee gericht, jaja, dit wordt genieten. Sowieso worden eerst de duurdere hutten getoond, wij gaan voor authentiek, houten terras ipv beton, gevlochten bamboo, ipv stalen golfplaten, en dit voor een zacht prijsje. De formule is zo'n zeven euro per persoon, inclusief drie maaltijden, kan je niet voor missen. We hebben zicht op een houten brug van een kleine kilometer lang dat leidt naar een Badjo-dorp, zeenomaden gekend om hun duikvermogen naar zeeparels. Hun dorpje is gebouwd rond een drietal rotsen in het water, wonen er in een vijftigtal hutten, en leven precies op hun eigen wereld, afgesloten van de rest. We worden beloond met een tropisch warme namiddag, verlangen al enkele uren naar een tropisch plonsje, en Rudy maakt ons attent op een tropische blauwe lagoon, achter de keuken, het kan niet tropisch genoeg!! Het voelt aan als een privé-zwembad van zo'n dertig graden, moest er nu nog een hornbill kunnen overvliegen...

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!