JO(sefien) & PIE(ter) op reis, jipla!

Last time in manado

Met spijt in het hart verlaten we Tangkoko. Samen met het Britse koppel Ben en Susannah nemen we terug de open cab richting Girian. Zij vertrekken al richting Gorontalo om vandaaruit naar de Togean Islands te vertrekken, onze volgende tropische bestemming. We hebben eerst nog onze visa-opdracht af te werken. Vier werkdagen zijn gepasseerd, ons pasport zou in orde moeten zijn. Na wat verkeerde taxi's geraken we net voor de middag in het immigratiekantoor. We worden naar de bovenverdieping gestuurd om ons dossier op te halen. Het is dag van de vrouwelijke werkneemster, en er wordt non-stop in distortion gesproken door veel te grote boxen. Er staat eten klaar voor een heel leger en Josefien zit al te lonken naar de brownies en de heerlijke fruitsla. Ze heeft de laatste tijd een gezonde honger. Terug aan het eerste loket stoten we op dezelfde omkoopbare officier. Hij ziet ons graag komen en vraagt zonder gène 100.000 rupiahs extra. We wimpelen dit al lachend weg en hij op zijn beurt gooit met groot gebaar onze dossier op een onoverzichtelijk hoopje. Oeioei, we zouden hier wel nog eens lang kunnen zitten... Het wordt middag en bij de melding dat er een uur pauze wordt genomen, durft een andere wachtende toerist het aan te polsen hoe lang het nog zal duren. Slechte zet, er volgt een heftige discussie over acht uur zwaar werk en maar een uur pauze, bladiblibladibla, de toerist eist zijn pasport terug en loopt kwaad naar buiten, oeps. We weten dus heel goed dat het buigen en lachen wordt, wij zijn hier niet aan zet. Na de middag hetzelfde liedje, geen informatie, mensen die liggen te slapen achter hun bureau, veel geld gewissel in donkere hoekjes van de wachtzaal, je kan de corruptie hier ruiken. Josefien weet wie ze moet bewerken en kijk de baas non-stop in de ogen. Na vier uur wachten hebben we groen licht en kunnen we de diplomatie achter ons laten. We zijn tevreden dat we niet toegaven aan omkoperij, het bleek een straatje zonder einde.  Sulawesi is voor ons tot nu toe het moeilijkste land waarin we reizen. Het is enorm moeilijk om aan eenduidige informatie te raken. Soms kom je puur toevallig zaken te weten, soms moet je vijf verschillende bronnen aanspreken en dan het meest betrouwbare eruit halen. Op deze manier kwamen we te weten dat we ergens achter in een steegje een Kijang konden nemen, een auto voor zeven passagiers, waar je naargelang de plaats meer of minder betaald. Het duurde geen halve minuut voor we op weg waren, richting Gorontalo, om half drie in de namiddag. Voor het eerst beseffen we hoe groot en bergachtig Sulawesi is. Het neemt zo'n vier uur in beslag om een kleine honderdvijftig kilometer af te leggen. Onder baan namen we regelmatig passagiers mee, zo was er het oud vrouwtje dat non-stop praatte, geen seconde zonder iets te vertellen, en de chauffeur maar knikken. Het werd een heftig ritje, onwetend hoelang we  onder baan zouden zijn, dit soort informatie krijg je dus niet uit een Indonesisch sprekende chauffeur. Af en toe waren er terug stortregens, alsof de hemel openbarst, we waren niet volledig op ons gemak door de slechte zichtbaarheid. De auto's zijn hier niet voorzien van een verwarming, zodat de ruiten constant beslagen zijn. We zijn blij dat we de rit naar Gorontalo opgesplitst hebben, morgen doen we de rest. Kotamobagu is onze eindbestemming van vandaag, en komen in het donker toe voorzien van een reuzehonger. We lopen drie hotels af, allemaal volzet, tot we verwelkomt worden door dikke Kiki. Al Mena is een koloniaal huis uit de periode van de Hollandse bezetting, en dat zullen we geweten hebben. We ontmoeten Oma, die ons vraagt vanwaar we zijn en uit het niets een gebroken Nederlands bovenhaalt. Het was al van 1945 dat ze de taal nog had gebruikt. Er zijn verder in het hotel geen Westerse toeristen. Eten wordt onze volgende mission. We zullen zo blij zijn om thuis ons eigen potje te kunnen koken, door gewoon even in onze goedgevulde frigo te snuisteren.  We lopen de straat uit en stoten op een heleboel eetkraampjes waar enkel gefrituurd eten ligt uitgestalt, moeilijk te zien wat er te vinden is. Opeens zien we een tahu easy liggen en de avond kan niet meer stuk. Al smikkelend worden we aangetrokken door een heleboel mensen die geintrigeerd naar een schouwspel op straat staat te kijken. We zien een ware uitdrijving op straat gebeuren. Een man zit met een micro in de hand, door een krakende box te zingen, brullen en bidden tegelijkertijd. Voor hem zit een geblinddoekte man, met enkel een broekje aan. Er liggen een aantal bizarre voorwerpen, grote manchetemessen, doodskoppenkettingen, een glas met een slang in,... We besluiten wijselijk niet te lang in de buurt te blijven, onze maag is nog niet half vol. Er zijn nog patatjes in peanutbuttersaus te vinden met kool, verknipte tofu en mie. We keren vermoeid terug naar 'huis' en het duurt geen drie seconden voor Josefien als een blok in slaap valt, met haar kleren nog aan.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!